Na het verkrijgen van de vergunning en de safety procedures kan de ontgassing beginnen.
Het Powereiland brengt bio-propaan in de RTO via de brander. De warmte die hierbij ontstaat zal de RTO op bedrijfstemperatuur brengen. Dit gebeurt gelijktijdig met de te treffen voorbereidingen voor de ontgassing zoals het aansluiten van de slangen tussen de tank(er) en de Triple D installatie. Zodra de bedrijfstemperatuur is bereikt kan er begonnen worden met het invoeren van de VOC houdende dampen waarbij de Safetytrain waarborgt dat de LEL concentratie maximaal 20% bedraagt. Wanneer de dampen vernietigd worden met een minimale 2 seconde verblijftijd voor de vereiste 99,9% vernietiging, komt er voldoende warmte vrij om de bedrijfstemperatuur te handhaven. Afhankelijk van het soort VOC’s en tot welk LEL niveau er ontgast moet worden kan er op het einde van de ontgassing een geringe hoeveelheid propaan nodig zijn om te bedrijfstemperatuur te handhaven. Meestal kan er tot onder de 5% LEL autherm worden ontgast.
Voor het functioneren van de Triple D installatie is elektriciteit nodig. Ook deze kan met bio-propaan door het Powereiland worden verzorgd.
USP’s
Omdat er tijdens de ontgassing geen bio-propaan nodig is vindt er geen CO2 emissie plaats tot het allerlaatste deel van de ontgassing met uitzondering van die welke afkomstig zijn van de VOC's of voor de elektriciteitsopwekking. De hoeveelheden fijnstof en NOx zijn evenredig lager. Bovendien is bio-propaan CO2 neutraal en geldt voor de Carbon Footprint dat slechts 20% meetelt!! Omdat de installatie dan 5.000 Nm³/uur verwerkt in deze tijd kort. Dit heeft voor de opdrachtgever een groot milieu en kosten voordeel.
Wanneer de LEL onder de 400% is kan de Triple D installatie in beduidend kortere tijd de ontgassing uitvoeren. Hiermee komt de tank(er) sneller weer tot de beschikking van een opdrachtgever die daarmee een additioneel kosten voordeel heeft.